NIEUWSBERICHT

Terug naar nieuwsoverzicht

20-09-2021

Interview met Lennart Kortes- werkzaam als hoofd van de afdeling Wetgevingsadvisering en Normuitleg van de Autoriteit Persoonsgegevens

Welke functies heb je vervuld?

In Groningen gaf prof. Scheltema een praktisch vak ‘wetgeving’, waarbij we een wijziging van de Algemene wet bestuursrecht moesten ontwerpen die moest stroken met de Aanwijzingen voor de regelgeving. Dat heeft me destijds kennelijk hevig geïnspireerd want ‘wetgeving’ is toch wel de rode draad in mijn loopbaan tot nu toe, and counting.

Dat begon met deelname aan het destijds gloednieuwe trainee programma van de juridische directies van Verkeer en Waterstaat. We hebben het over 1995, elk DG van V&W had nog zijn eigen juridische staf (en dan was er nog een centrale directie). De Academie bestond nog niet. Het wetgevingsvak had naar buiten dan ook eigenlijk geen ‘smoel’ en werd soms ook wel door verdwaalde beleidsambtenaren uitgeoefend. Vijf jaar mocht ik - met veel genoegen – me bezighouden met wetgeving voor achtereenvolgens schepen, vliegtuigen, wegvervoer en treinen. Toen ik wist hoe een stroomafnemer op het dak van een trein heet (‘pantograaf’) drong het besef tot me door dat ik me voor een wetgevingsjurist wat veel in treinen aan het specialiseren was.

Ik kon aan de slag bij Wetgevingskwaliteitsbeleid op de directie Wetgeving van Justitie waar ik me in het kader van de wetgevingstoetsing op andermans concepten mocht richten, het meest van OCW en het nodige van VWS, Financiën en Justitie zelf. Het secretarisschap van de werkgroep Aanwijzingen was natuurlijk een prachtige kers op de taart. ‘MDW’ was toen de magische afkorting: Marktwerking (beetje uit de mode), Deregulering (idem) en Wetgevingskwaliteit (zou permanent een hype moeten zijn ;-). Na opnieuw vijf jaar wilde ik eigenlijk wel weer meer zelf aan wetgevingsprojecten trekken en greep ik de kans om plv. afdelingshoofd wetgeving te worden bij EZ (toen nog zonder LNV).

EZ heeft ook heel leuke wetgeving, Gaswet en Elektriciteitswet natuurlijk maar ook de Mijnbouwwet, Mededingingswet, Telecomwet, Ruimtevaart enz. Ook subsidierecht, een belangrijk, onderschat en bijzonder interessant terrein, vooral omdat het leerstuk uit de Algemene wet bestuursrecht en het Unierecht en de beleving bij beleid en politiek nog wel eens uit elkaar willen lopen. Dat leverde ook stof om jaren met veel plezier college aan de Academie te geven. Toen opnieuw 5 jaar later EZ met LNV fuseerde, kon ik mijn pakket nog verfrissen met o.a. Visserij.

Daarna diende zich een kans op verandering, verbreding, verdieping, aan in de vorm van de functie van sectorhoofd bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Een bijzondere plek om te mogen werken natuurlijk, met heel veel verschillende onderwerpen. O.a. de Omgevingswet en Groningenproblematiek vroegen aandacht. Minder bekend is de advisering over onteigeningsbesluiten; casuïstiek die bij al die wetgeving een mooie afwisseling bood. 

Ongeveer gelijk met inwerkingtreding van de AVG begon ik bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) met de opdracht de wetgevingsadviseringsfunctie verder uit te bouwen en invulling te geven aan de zogenoemde ‘normuitleg’, zeg maar een intern mechanisme om bij lastige vragen tot een goede uitleg van de AVG te komen. In ‘wetgeving’ was ik inmiddels goed thuis, qua persoonsgegevenbeschermingsrecht was er behoorlijk veel ‘ruimte voor ontwikkeling’. En werken bij een toezichthouder had ik ook nog niet in de portfolio.

Hoe heb je de overgang van de Raad van State naar de AP ervaren?

Als toch wel vrij spectaculair. De AP ging op dat moment door een bijzonder roerige fase: de AVG bracht niet alleen nieuwe regelgeving maar vroeg ook om een ingrijpende reorganisatie én om een forse uitbreiding en dat allemaal in heel korte tijd. Bij de Raad van State was er natuurlijk ook de nodige dynamiek, maar toch wel van een heel andere orde. In feite werd bij de AP de winkel verbouwd, het aanbod gewijzigd en het personeel gewisseld, terwijl de winkel openbleef én de vraag naar de ‘produkten’ spectaculair toenam. Opwindend en uitdagend en soms ook wel een beetje veel, zeker toen de coronacrisis tot nog veel meer nieuwe vragen en nieuwe wetgeving leidde waar meestal niet al te veel tijd voor was. Uitdagend is het overigens nog steeds, de opgaven zijn enorm, het budget niet. De AP heeft ook niet een bepaalde groep vergunninghouders of een bepaalde sector in het vizier. De AVG gooit het net – terecht - ruim uit zodat we al naar gelang een Big Tech tot de vangst kunnen rekenen, of een al te ambitieuze overheid maar ook de particulier met de wat te ruim afgestelde deurbelcamera.

Waaruit bestaan jouw dagelijkse werkzaamheden?

Sinds de AVG is het verplicht wetgeving over verwerkingen voor advies voor te leggen. Waar onder de Wet bescherming persoonsgegevens rond de 25 adviezen per jaar werden gegeven, maken wij er nu met een klein team meer dan 100 per jaar. Dat moet natuurlijk allemaal worden georganiseerd, besproken, bekeken, besloten etc. Daarnaast leven er ook bij de AP nog wel eens nieuwe vragen over uitleg van de AVG; het is dan de bedoeling dat mijn afdeling een analyse maakt en een voorstel doet voor een richting. Om capaciteitsredenen maak ik zelf ook nog regelmatig adviezen of geef ik normuitleg.

Welke tip wil je Rijksjuristen meegeven?

Het is tamelijk gangbaar om te spreken van ‘juridische problemen’. Doe dat niet! En accepteer het ook niet!

Problemen zijn eigenlijk nooit ‘juridisch’ van aard. Er zijn belangen die worden geschaad, er zijn aspecten die onvoldoende zijn meegewogen, er zijn groepen die kunnen worden achtergesteld, er zijn belangrijke spelregels of waarborgen die genegeerd dreigen te worden, er is geen bevoegdheid, er spelen oneigenlijke belangen, het beleid is ondoordacht, onlogisch, een gevaarlijk precedent of wat dan ook. Combinaties hiervan zijn ook niet uitgesloten. Het is de jurist die dat doorgaans wat eerder en/of wat scherper ziet. Dat is ook zijn taak, maar dat maakt het probleem nog niet ’juridisch’. Maakt het uit?

Ja, volgens mij wel, het is een ‘frame’. Door het probleem ‘juridisch’ te noemen wordt de kwestie - in de ogen van bewindspersonen, beleidsmakers etc. – eigenlijk buiten de beleidsmatige of politieke werkelijkheid geplaatst. Het probleem is eigenlijk niet een echt probleem maar is vooral ontstaan doordat een lid van een geheimzinnige beroepsgroep om een of andere reden tegen de plannen is. Het is voor gewone mensen die wel iets willen bereiken niet goed te snappen, maar duidelijk is dat het probleem zich afspeelt op een andere planeet, dus daar moet het dan ook maar opgelost worden. Trap er niet in. Ook hiervoor geldt: er is maar één planeet. Overigens werkt dit natuurlijk ook v.v.; als het je héél veel moeite kost om zonder juridische coderingen aan de niet jurist het geschade belang of de dreiging te duiden, is het er dan wel?

Wil je verder nog iets kwijt?

De hartelijke groeten aan alle lezers bijvoorbeeld? Een hart onder de riem bij het mooie en belangrijke en moeilijke werk dat wij doen? Bij deze!

 

© JuristenRijk