NIEUWSBERICHT
Vertrouwen in de toelichting
Het vertrouwensbeginsel is onderwerp van debat. In 2012 vroeg Schuwer zich bijvoorbeeld af hoeveel gewicht nog aan dit beginsel van behoorlijk bestuur mag worden toegekend. De titel van zijn stuk was veelzeggend: ‘Het vertrouwensbeginsel anno 2012: dode mus of hellend vlak?’ (Gst. 2012, 1905)
Hoe het ook zij, een teken van leven is onlangs door de rechtbank Zeeland-West-Brabant gegeven. De uitspraak betrof een geschil of belanghebbende op de toelichting bij een regeling in de Staatscourant mocht afgaan, zelfs als deze niet overeenstemt met de wettekst.
De Belastingdienst had belanghebbende aangemerkt als 'kleine werkgever' in de zin van het Besluit Wet financiering sociale verzekeringen. In het Besluit gedifferentieerde premie werkhervattingskas 2014 (Stcrt. 2013, nr. 24667) wordt voor de premieafdracht een onderscheid met grote werkgevers gemaakt. Belanghebbende vond dat zij ook als grote werkgever moest worden aangemerkt. Daarbij wees zij op de toelichting in de Staatscourant.
De rechtbank oordeelt met haar dat het vertrouwensbeginsel in deze omstandigheid is geschonden. Het gaat immers om een officiële bekendmaking; de omstandigheid dat de tekst van het besluit afwijkt van de wettekst, doet daar volgens de rechtbank niet aan af.
© JuristenRijk